Volwassen worden betekent niet per se dat bewustwording daarmee gelijke tred houdt. Sommigen verwerven veel kennis en ervaring, maar zijn zich van weinig bewust. Alsof ze nog slapen. De opbouw van mijn persoonlijkheid gaat niet vanzelf en hangt vooral af van de keuzes die ik maak. Toch kan het nog een tijd duren voor ik ontdek âwieâ of âwatâ ik eigenlijk ben. Als ik weet wie ik ben, dan rijst er een nog belangrijker vraag: Wat is mijn identiteit?
Zelfkennis en bewustwording
Persoonsgerichte trainingen kunnen ons daarbij helpen. Sommigen zien dat al als spiritualiteit. Maar dat is onjuist, het blijft persoonsontwikkeling. Het gaat in deze fase immers om opbouw, en het verwerven van stevigheid, zelfstandigheid en vaardigheden. Bij spiritualiteit ligt het accent juist op loslaten, een proces dat precies tegenovergesteld is.
De weg naar binnen is razend interessant. Het is een proces dat veel tijd en toeleg vraagt. Door uiteindelijk los te laten wat je âhebtâ, kun je worden wat je âbentâ.
Mijn ik als regisseur
Uit mijn biografie kan ik een zelfbeeld maken. Gewoonlijk identificeer ik mij daarmee: zĂł ben ik! Maar het leuke is dat er een verschil bestaat, tussen het âbeeldâ dat ik van mezelf hebâ, en wie ik feitelijk bĂ©n. Meestal speel ik een rol, als echtgenoot, werkneemster, sporter, feministe. Maar ik spéél de rol; ik bĂ©n het niet, want ik kan hem ook weer loslaten. Wie is degene die de rol speelt? Wie is degene die zich afschminkt in de kleedkamer van het theater?
Door mij terug te trekken uit de rollen die ik speel, kan ik ontdekken dat mijn âikâ vooral een functie is, een mogelijkheid om mij ergens mee te identificeren. Mijn ik voert de regie en geeft leiding aan mijn bezigheden, als een soort dirigent. Daarmee kan ik egoĂŻstisch streven naar autonomie en macht, ofwel mij juist dienend opstellen voor mijn gezin, werk of levensopdracht⊠Mijn âikâ is een meet- en regelcentrale, het centrum van mijn bewustzijn.
Mijn ik als illusie
Mijn ik is echter niet de diepste laag van mijn persoonlijkheid. De boeddhist noemt het âikâ zelfs een schadelijke illusie. Ik hĂ©b een ik, maar ik bĂ©n het niet. Mijn identiteit valt niet samen met mijn âikâ, of het beeld dat ik van mijzelf heb. Bij ervaring valt te ontdekken dat mijn identiteit van een andere orde is.
Dat kan ik bijvoorbeeld beleven wanneer ik bij intens geluk of tegenslag mijn houvast totaal verlies en mijn regie tijdelijk wegvalt. Dan kan ik gaan ervaren, dat ik niet het centrum ben van de wereld, maar deel uitmaak van een groter geheel. Op deze manier kan ik contact krijgen met een bovenpersoonlijke wereld, waarin ik mijn âwezenâ kan ervaren. â Het vraagt al een flink stuk bewustwording om dit, ook onder gewone omstandigheden, werkelijk gewaar te worden.
De ziel als identiteit
Mijn âwezenâ (ziel, leegte, diepte-dimensie, mystieke kern, Gods-aanwezigheid-in-mij) is geen ding of een idee, maar de diepste ervaring waartoe ik als mens in staat ben. Welnu de ziel is mijn wĂĄre identiteit. Ten opzichte van mijn âikâ – de dirigent – valt de ziel te zien als âde componistâ. Ik âhebâ geen ziel, ik ben gestalte van de ziel. De ziel heeft mijn âikâ nodig als uitvoerder.
Maar daar kan een probleem ontstaan. Als ik mijn autonomie niet wil opgeven – doorgaans een heel moeilijke stap – dan wordt spiritualiteit onmogelijk. Stel dat ik spiritualiteit erbij wil nemen, maar niet bereid is mijn ik-gerichtheid prijs te geven, dan kan er nooit sprake zijn van waarachtige spiritualiteit. Spiritualiteit heeft alles te maken met loslaten en overgave. Dit is een belangrijk criterium om de echtheid ervan te meten. Veel moderne âspirituelenâ worden dan te licht bevonden.
Alles wat geschapen is wil tot volheid komen. Hoe meer ik mij bewust word, hoe meer ik ontdek dat ik niet zelf het centrum ben van mijn leven, maar de Oneindige in mij. Gods manifestatie en mijn bewustwording bewegen naar elkaar toe, nee zij vallen samen.
Gebrek aan diepte
Moeilijker wordt het wanneer ik niet goed in mijn âbasisâ zit. Als ik in het verleden niet goed geaard of bevestigd ben, of wanneer de spirituele of religieuze dimensie ontbreekt (= vertrouwen in de diepte van het bestaan). Dan mag ik hopen, dat de therapeut die kwaliteiten wel heeft, anders kan ook hij/zij mij niet verder helpen.
Veel problemen op psychisch vlak hebben te maken met het niet serieus nemen van die diepte-dimensie. Want wij leven in en vanuit God, tenzij wij dat zelf weigeren. Door het ontstaan van een crisis – van binnenuit! – worden we daarmee hard geconfronteerd.